Met wie krijg ik te maken?

Als je een darmziekte hebt, krijg je met verschillende dokters en verpleegkundigen te maken. Met wie allemaal?

Huisarts

Jouw huisarts is de dokter naar wie jij gaat als je ziek bent. Dat is dezelfde dokter naar wie jouw ouders, broertjes en zusjes en vrienden gaan als zij zich niet lekker voelen. Ook komt jouw huisarts bij jou thuis als je te ziek bent om je huis uit te gaan. Een huisarts weet van heel veel ziekten een beetje. Hij of zij heeft een huisartspraktijk in een huis of in een gezondheidscentrum.

Specialisten

Dit zijn dokters die juist heel veel weten van een bepaalde ziekte. Zo weet de kinderarts heel veel over zieke kinderen en de kinderarts maag-, darm-, en leverziekten (MDL) veel over jouw darmziekte. Deze dokters werken altijd in het ziekenhuis. Het is dus een dokter die veel van kinderen en van darmziekten weet.

Als je een kijkonderzoek van je darm krijgt, doet de kinderarts MDL dit.
Als je moet worden geopereerd, gebeurt dat altijd in het ziekenhuis. Dit doet de kinderchirurg. Voordat je kunt worden geopereerd, zorgt de slaapdokter (anesthesist) ervoor dat je slaapt. Zo merk je niets van de operatie.

Kinderverpleegkundigen

Bij wie kunnen jij en je ouders altijd terecht met vragen? Dat is de kinderverpleegkundige of een kinder-IBD- of MDL-verpleegkundige in het ziekenhuis.

Verpleegkundig specialist

In sommige ziekenhuizen hebben ze een verpleegkundige die verder heeft geleerd en daarom taken mag overnemen van de dokter. Ook bij de verpleegkundig specialist kun je altijd terecht met je vragen. Maar het is ook degene die met jou en je ouders afspreekt welke medicijnen je krijgt en de resultaten van een onderzoek met jullie bespreekt.

Diëtist

De diëtist kan je precies vertellen wat gezonde voeding is en wat je beter wel en beter niet kunt eten om zo weinig mogelijk last van je darmen te hebben, of om in gewicht weer wat aan te komen.

Kinderpsycholoog

Het kan best veel zijn wat je allemaal meemaakt als je een darmziekte hebt. Je hebt opeens te maken met een ziekte die de dokters nog niet kunnen genezen. Je moet medicijnen slikken en opeens moet je vaak naar het ziekenhuis komen. Dat is allemaal veel. Soms kan het helpen om met iemand te praten over hoe jij je voelt. Dit kan natuurlijk met je ouders of vrienden en de dokter of verpleegkundige. Maar soms is het fijn om te praten met iemand die jou en je familie wat minder goed kent. Dit kan dan bijvoorbeeld met een kinderpsycholoog.